Inleiding
Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht, maar hoe ver strekt dat recht binnen een arbeidsverhouding? Mag een werknemer publiekelijk kritiek uiten op zijn of haar werkgever? En kan een werkgever ingrijpen als die uiting leidt tot interne spanningen? In een recente zaak die zelfs de Hoge Raad bereikte, stond precies die vraag centraal. De uitkomst is van groot belang voor werkgevers en werknemers, zeker in sectoren zoals het onderwijs, waar maatschappelijke betrokkenheid en professionele kritiek vaak hand in hand gaan.
De achtergrond: een boek over de praktijk
De zaak draaide om een docente aan het ROC in Nijmegen. Zij schreef een boek waarin zij zich kritisch uitliet over de onderwijspraktijk en -structuur binnen de instelling. Het boek bevatte observaties over een nieuwe onderwijsmethode en over de werkomstandigheden binnen het team. Hoewel geen namen werden genoemd, vond de onderwijsinstelling dat collega’s met enige voorkennis herkenbaar waren. De publicatie leidde volgens de werkgever tot verstoring binnen het team.
Naar aanleiding van de publicatie werd de docente eerst geschorst. In 2020 volgde uiteindelijk het ontslag, dat volgens de werkgever gerechtvaardigd was vanwege de verstoorde arbeidsverhoudingen die door het boek zouden zijn ontstaan.
De juridische strijd: tot aan de Hoge Raad
De docente vocht het ontslag aan en beriep zich op haar recht op vrijheid van meningsuiting. Zowel de rechtbank als het gerechtshof wezen haar vorderingen aanvankelijk af. Zij vonden het ontslag gerechtvaardigd op basis van de verstoorde werkverhouding.
De docente liet het hier niet bij zitten en stapte naar de Hoge Raad. Die stelde haar in het gelijk op een cruciaal punt: de rechter had onvoldoende onderkend dat haar ontslag rechtstreeks samenhing met de uitingen in haar boek. Daarmee was er sprake van inmenging in haar grondrecht op vrijheid van meningsuiting, zoals beschermd door artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, met de opdracht om het recht op vrijheid van meningsuiting nadrukkelijker mee te wegen in de beoordeling.
Het oordeel van het hof: ontslag was onterecht
Het hof kwam in 2023 tot een hernieuwde beoordeling. Daarbij werd vastgesteld dat het boek van de docente kritisch, maar niet beledigend was. Het diende bovendien een algemeen belang: het aanjagen van het debat over de kwaliteit en inrichting van het onderwijs. Hoewel collega’s zich mogelijk in bepaalde passages herkenden, werd dit niet als onrechtmatig of grensoverschrijdend beschouwd.
Ook benadrukte het hof dat het ontslag in directe relatie stond tot de publicatie. Daarmee was sprake van een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting, die in dit geval zwaarder woog dan het belang van de werkgever bij het beëindigen van de arbeidsrelatie.
Het ontslag werd daarom als onterecht beoordeeld. De werkneemster heeft recht op een billijke vergoeding, waarvan de hoogte in overleg tussen partijen wordt bepaald. Het hof zal daarover nog een afzonderlijke uitspraak doen als partijen er onderling niet uitkomen.
Belang voor de praktijk: zorgvuldig afwegen bij kritiek van werknemers
Deze uitspraak onderstreept dat werknemers in beginsel ook buiten de werkvloer hun mening mogen geven over het beleid of de werkomstandigheden bij hun werkgever. Zeker wanneer het gaat om maatschappelijk relevante onderwerpen, zoals onderwijsmethoden of publieke dienstverlening, wordt dat recht extra beschermd.
Werkgevers die overwegen om maatregelen te treffen vanwege externe uitlatingen van een werknemer, doen er verstandig aan om het proportionaliteitsbeginsel goed in acht te nemen. Is er sprake van een publieke bijdrage aan het debat? Zijn de uitingen feitelijk of persoonlijk kwetsend? Zijn alternatieven voor ontslag voldoende onderzocht? En was het gedrag van de werknemer werkelijk schadelijk voor de organisatie?
Zonder heldere antwoorden op die vragen, loopt de werkgever het risico op een dure juridische nederlaag.
Conclusie
De zaak van de docente bij het ROC Nijmegen laat zien dat de vrijheid van meningsuiting ook binnen de context van een arbeidsrelatie een zwaarwegend recht blijft. Kritische uitlatingen over het werk kunnen niet zomaar leiden tot ontslag, zeker niet als ze bijdragen aan het maatschappelijk debat. Voor werkgevers geldt: laat ruimte voor meningen, ook als die ongemakkelijk zijn. En voor werknemers: spreek je uit, mits respectvol en met het oog op het grotere belang.

Deze blog is geschreven door mr. Stijn Blom, arbeidsrechtadvocaat bij Arbeidsadvocaat.nl B.V. Stijn heeft ruime ervaring in het arbeidsrecht en ondersteunt ondernemers en werknemers dagelijks bij uiteenlopende arbeidsrechtelijke vraagstukken. Van ontslagzaken tot het opstellen van waterdichte overeenkomsten en reglementen – met zijn praktische en persoonlijke aanpak helpt hij werkgevers en werknemers vooruit. Meer weten? Bezoek Stijn’s pagina.
Arbeidsadvocaat.nl denkt graag met u mee als u vragen heeft over ontslag. Neem gerust contact op.
April 2025